Kies land en taal

Vrouwelijke Genitale Verminking in Nederland: informatie en het huidige beleid

Gegevensvisualisatie over VGV in NederlandVrouwelijke Genitale Verminking (VGV)—het gedeeltelijk of helemaal wegsnijden van de vrouwelijke geslachtsorganen zonder medische noodzaak—is een schadelijke praktijk die vandaag de dag nog steeds wordt uitgevoerd. Experts hebben afgelopen jaar aan de bel getrokken om aan te geven dat er nieuw onderzoek nodig is om de schaal van dit probleem in kaart te krijgen. Inzicht krijgen in de omvang van deze praktijk is cruciaal, gezien de mogelijk onomkeerbare fysieke en psychologische gevolgen.

Wat houdt Vrouwelijke Genitale Verminking in?

Vrouwelijke Genitale Verminking (VGV) wordt ook wel meisjesbesnijdenis genoemd. De meeste slachtoffers zijn tussen de vijf en vijftien jaar oud, maar in sommige gevallen worden meisjes voor hun vijfde levensjaar besneden.

VGV kan leiden tot shock, chronische pijn, ontstekingen, pijn bij seks, psychische trauma's en complicaties bij zwangerschappen. Al deze negatieve gevolgen kunnen ontstaan door VGV, terwijl het geen gezondheidsvoordelen oplevert. Door het uitvoeren van VGV wordt er slechts schade aangericht aan het lichaam. Elk jaar wordt geschat dat tientallen—en mogelijk honderden—meisjes terugkeren naar Nederland nadat zij tijdens bezoeken aan landen waar de praktijk veel voorkomt, vrouwelijke genitale verminking hebben ondergaan.

VGV wordt uitgevoerd vanuit verschillende culturele en sociale overtuigingen, maar is nagenoeg altijd geworteld in genderongelijkheid. Het kan worden gezien als een overgangsritueel voor meisjes om volwassen te worden, een voorwaarde om het huwelijk in te gaan en gebruikt worden om de seksualiteit van vrouwen te controleren. Er is vaak sprake van druk vanuit de gemeenschap om VGV uit te voeren, het wordt gezien als een onderdeel van het opvoeden van meisjes. Daarnaast kan worden genoemd dat VGV wordt uitgevoerd vanuit religieuze overtuigingen, er is echter geen religieus voorschrift. Dit betekent dat VGV niet verbonden is aan één specifieke bevolkingsgroep of religie.

De omvang van het probleem

In 2019 bleek uit een onderzoek van Pharos, een landelijk expertisecentrum dat bijdraagt aan het verminderen van gezondheidsverschillen, dat naar schatting 4.200 meisjes die in Nederland wonen de komende 20 jaar het risico lopen om besneden te worden. Daarnaast bleek dat er ongeveer 41.000 vrouwen in Nederland al besneden zijn. Na hernieuwde waarschuwingen van experts eind 2024, bereidt Pharos een nieuw prevalentieonderzoek voor, dat naar verwachting eind 2025 zal worden gepubliceerd. Bovendien is het vaak taboe om over dit onderwerp te praten, dit betekent dat het lastig te achterhalen valt hoe groot het probleem daadwerkelijk is.

Het juridische kader

In Nederland wordt VGV beschouwd als een ernstige vorm van kindermishandeling en is strafbaar gesteld onder het Wetboek van Strafrecht. Wie de ingreep uitvoert, riskeert een gevangenisstraf tot 12 jaar of een boete van maximaal €76.000. Wanneer ouders de ingreep bij hun eigen kind uitvoeren of laten uitvoeren, kan de straf met een derde worden verhoogd. Niet alleen directe daders worden bestraft; ook wie de besnijdenis ondersteunt of faciliteert—bijvoorbeeld door ervoor te betalen, instrumenten te leveren of op andere wijze te helpen—kan worden vervolgd voor medeplichtigheid.

Sinds 2006 kunnen Nederlandse staatsburgers en ingezetenen worden vervolgd voor VGV die in het buitenland is gepleegd. In 2013 is deze bescherming verder uitgebreid: ook als de besnijdenis buiten Nederland heeft plaatsgevonden, kan vervolging plaatsvinden wanneer het slachtoffer de Nederlandse nationaliteit of een verblijfsvergunning heeft. Bovendien is in 2009 de verjaringstermijn verlengd, waardoor slachtoffers de mogelijkheid hebben om aangifte te doen tot hun 38ste levensjaar.

Er is tot nu toe één zaak bekend waarbij het Openbaar Ministerie een dader heeft vervolgd op verdenking van VGV en/of de betrokkenheid daarbij. Zowel bij de Rechtbank in Haarlem in 2009, als bij het hoger beroep in Amsterdam in 2010, werd vastgesteld dat het slachtoffer was verminkt, maar dat niet wettig kon worden bewezen dat de vader van het slachtoffer veroordeeld kon worden voor het genitale verminken van zijn vijfjarige dochter.

Verder is het niet strafbaar in Nederland om VGV aan te bevelen. Femmes for Freedom, een organisatie die zich inzet voor de rechten van vrouwen en meisjes, heeft meerdere malen geprobeerd een prediker van de as-Soennah Moskee in Den Haag te veroordelen voor het aanbevelen van VGV. De prediker werd in eerste instantie veroordeeld tot 80 uur taakstraf wegens het aanbevelen van VGV, maar werd in 2023 in hoger beroep alsnog vrijgesproken. Tot slot werd in 2024 duidelijk, door een uitspraak van de Raad van State, dat de burgemeester niet bevoegd is om op te treden tegen het aanbevelen van VGV.

Er ligt op dit moment een wetsvoorstel klaar van de VVD en de SP, die het aanbevelen van VGV strafbaar stelt.

Preventie-beleid

Naast het strafbaar stellen van VGV, wordt er in Nederland ingezet op preventie. In 2023 was er een overheidscampagne van kracht, #Rechtopnee, waar er op sociale media jongeren tussen de 15 en de 25 werden benaderd om VGV, eergerelateerd geweld, huwelijksdwang en achterlating tegen te gaan. Daarnaast worden er zogenaamde sleutelpersonen opgeleid, dit zijn personen die toegang hebben tot de gemeenschappen waarbinnen mogelijk VGV tot uitvoering kan worden gebracht. Op deze manier wordt er getracht door middel van de sleutelpersonen, de denkwijze van deze gemeenschappen te beïnvloeden en op die manier VGV te voorkomen.

Verder worden er verschillende voorlichtingen gefinancierd vanuit de overheid, en wordt er ingezet op het signaleren van mogelijke risicogevallen. In 2023 is er bijvoorbeeld een campagne opgezet op Schiphol, waarbij posters en het controleren van risicovluchten door de Koninklijke Marechaussee werd ingezet om mogelijke uitreizen te signaleren die tot VGV zouden kunnen leiden. De impact ervan blijft onduidelijk, wat vragen oproept over de effectiviteit van kortetermijninterventies.

Ook is er in 2024 een nieuwe verklaring tegen VGV geüpdate. Deze verklaring is een middel dat bijvoorbeeld uitgedeeld kan worden aan ouders die afkomstig zijn uit een risicoland en op vakantie gaan naar hun land van herkomst. Op deze verklaring staat duidelijk aangegeven dat VGV in Nederland strafbaar is en wat de gevolgen zijn. Voorafgaand aan vakanties worden scholen door de overheid geattendeerd op de risico's van VGV door middel van bijvoorbeeld een nieuwsbrief.

Artsen, leraren en zorgverleners volgen een professionele gedragscode wanneer zij een vermoeden hebben van VGV. Desondanks zijn zij wettelijk niet verplicht om dit te melden bij Veilig Thuis of de GGD. In Nederland is er geen sprake van een meldplicht, waarbij zorg of onderwijs professionals verplicht zijn verdenkingen van kindermishandeling te melden bij de politie. Er is wel sprake van een verplichte meldcode in deze sectoren, dit is een opgesteld protocol met handelingen die verricht moeten worden bij verdenking van kindermishandeling. Deze handelingen zijn echter niet verplicht volgens de wet, dus wanneer dit protocol niet gevolgd wordt, zijn er geen consequenties.

Op dit moment is er een motie aangenomen waarin verzocht wordt aan het kabinet om zo snel mogelijk een juridische adviesplicht uit te werken. Dit houdt in dat er juridisch verplicht wordt gemaakt dat zorg- en onderwijsprofessionals Veilig Thuis moeten inschakelen bij verdenking van kindermishandeling. Deze juridische adviesplicht kan betekenen dat bij een verdenking van mogelijke VGV, er eerder kan worden ingegrepen en er goede nazorg geleverd kan worden of de schadelijke praktijk zelfs voorkomen kan worden.

Als we naar andere landen kijken, heeft Frankrijk misschien het meest opvallende systeem in relatie tot VGV. Zij voeren een medisch doelgericht preventief beleid uit, waarbij PMI-artsen (Protection Maternelle et Infantile) een meldplicht hebben bij verdenking op VGV. Daarnaast hebben zij al meerdere mensen veroordeeld voor VGV.

Een vergelijkende studie uit 2010, waarin de vervolging van VGV in Frankrijk en Nederland werd onderzocht, concludeerde dat hoewel de aanpak in Frankrijk proactiever is, deze ook met uitdagingen te maken heeft. De meeste vervolgingen waren het gevolg van de ontdekking van een 'snijdster', waarbij de dader van meerdere slachtoffers die verminkt waren direct vervolgd kon worden met hard bewijs. Ook vermeldden zij dat een meldplicht niet altijd leidt tot het daadwerkelijk melden. Toch hebben er in Frankrijk vervolgingen plaatsgevonden door deze meldplicht.

Conclusie

Vrouwelijke genitale verminking (VGV) blijft een urgent mensenrechten- en volksgezondheidsprobleem, zelfs in landen zoals Nederland waar het expliciet strafbaar is gesteld. Ondanks bestaande wetgeving en preventiecampagnes, worden jaarlijks nog steeds honderden meisjes en vrouwen getroffen door VGV, vaak verborgen onder culturele taboes en sociale druk. Nederland heeft belangrijke stappen gezet in het strafbaar stellen van de praktijk en het vergroten van bewustwording, maar er blijven aanzienlijke tekortkomingen bestaan—met name op het gebied van vervolging, meldplicht en het aanpakken van publieke promotie van VGV. Recente initiatieven, zoals herziene verklaringen, gemeenschapsgerichte interventies en wetsvoorstellen, zijn stappen in de goede richting. Toch is er behoefte aan meer samenhangend en afdwingbaar beleid om risicogevallen beter te beschermen, signalering te verbeteren en verantwoording te waarborgen. Het Nederlandse beleid kan waardevolle lessen trekken uit landen als Frankrijk, die een proactievere aanpak hanteren. Het bestrijden van VGV vraagt uiteindelijk om een combinatie van juridische maatregelen, culturele betrokkenheid en een niet-aflatende inzet om de rechten en het welzijn van elk meisje te beschermen.

Logo of the Stop Child Abuse non profit (ngo/ong) organization

Er zijn veel manieren waarop u betrokken kunt raken en een verschil kunt maken om kindermishandeling te voorkomen. Onderneem actie en kies wat voor u het beste werkt.

Publish modules to the "offcanvs" position.