
In 1973 keurde de Internationale Arbeidsorganisatie Verdrag 138 goed, waarin 18 werd vastgesteld als de minimumleeftijd voor het verrichten van werk dat schadelijk is voor de gezondheid, veiligheid of zedelijkheid van een persoon. Vervolgens, in 1989, nam de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties het Verdrag inzake de rechten van het kind aan, algemeen erkend als een mijlpaal op het gebied van de mensenrechten. Dit verdrag erkent de veelzijdige rollen van kinderen als sociale, economische, politieke, burgerlijke en culturele actoren.
Het Verdrag inzake de rechten van het kind, een internationale overeenkomst van de Verenigde Naties, werd ondertekend op 20 november 1989 en trad in werking op 2 september 1990. Het benadrukt dat kinderen dezelfde rechten hebben als volwassenen, met speciale nadruk op die rechten die voortvloeien uit hun unieke toestand als menselijke wezens. Bovendien stelt het dat vanwege hun onvolledige lichamelijke en geestelijke ontwikkeling, de rechten van kinderen speciale bescherming vereisen.
Dit verdrag is de eerste bindende overeenkomst op zowel nationaal als internationaal niveau die de burgerlijke, politieke, sociale, economische en culturele rechten van een kind in één tekst consolideert. Landen die zich aan het Verdrag inzake de rechten van het kind houden, verplichten zich tot naleving, passen hun normatieve kaders aan de principes ervan aan en doen de noodzakelijke inspanningen om ervoor te zorgen dat elk kind volledig van zijn rechten geniet.
In de loop der jaren is dit verdrag het meest geratificeerde mensenrechtenverdrag in de geschiedenis geworden en heeft het wereldwijd aanzienlijke invloed gehad op het leven van kinderen.
Centraal staat het fundamentele idee: kinderen zijn geen objecten in het bezit van hun ouders; het zijn individuele mensen met hun eigen rechten. Het Verdrag stelt de kindertijd vast als een aparte fase in de ontwikkeling van een individu, die duurt tot 18 jaar, en benadrukt de noodzaak van bescherming tijdens dit bijzondere moment. Tijdens deze fase moeten kinderen de ruimte krijgen om te groeien, leren, spelen, zich ontwikkelen en gedijen met waardigheid.
Het Verdrag heeft regeringen wereldwijd geïnspireerd om wetten en beleid te hervormen en te investeren in de bescherming en bevordering van de rechten van kinderen. Hierdoor krijgen meer kinderen de gezondheidszorg en voeding die ze nodig hebben, en sterkere waarborgen beschermen hen tegen geweld en uitbuiting. Het heeft ook kinderen gemachtigd om hun stem te laten horen en deel te nemen aan samenlevingen.
In de 30 jaar sinds de aanneming van het Verdrag zijn wereldwijd miljoenen kinderlevens verbeterd. Ondanks deze vooruitgang is het Verdrag nog niet volledig geïmplementeerd of breed bekend en begrepen. Miljoenen kinderen lijden nog steeds aan schendingen van hun fundamentele mensenrechten, zoals onvoldoende medische zorg, ontoereikende voeding, beperkte toegang tot onderwijs en kwetsbaarheid voor geweld.
De kindertijd wordt nog steeds ingekort wanneer kinderen gedwongen worden om van school te gaan, gevaarlijk werk te doen, vroegtijdig te trouwen, deel te nemen aan gewapende conflicten of opgesloten te worden in volwassen gevangenissen.
Het is de plicht van de huidige generatie om van wereldleiders in de regering, het bedrijfsleven en de gemeenschap te eisen dat zij nu, voor eens en voor altijd, een einde maken aan schendingen van de rechten van kinderen. Zij moeten zich inzetten om ervoor te zorgen dat kinderen al hun rechten vervuld zien.